Gedragscode Voor leden van de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO)

Preambule

De leden van de NRTO leveren dagelijks hun bijdrage aan de ontwikkeling van talenten, van jongeren en volwassenen. Daarnaast zijn onze leden sparring partner voor bedrijven op het gebied van leren en ontwikkelen. De brancheorganisatie NRTO en zijn leden rekenen het tot hun verantwoordelijkheid om normen vast te leggen met betrekking tot het gedrag van zijn leden. Doel van de NRTO gedragscode is daarmee een bijdrage te leveren aan een maatschappelijk verantwoorde bedrijfsvoering en de bevordering van deskundigheid en betrouwbaarheid van de leden. Deze gedragscode geldt ook voor onderaannemers en samenwerkingspartners van NRTO-leden die namens hen diensten leveren. De gedragscode functioneert daarbij als een visitekaartje van de branche.

Deel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 definities

Deze code verstaat onder:

a. NRTO: Nederlandse Raad voor Training en Opleiding.

b. Branche: Natuurlijke en rechtspersonen actief in het werkveld van leren en ontwikkelen.

c. Leden/lid: Natuurlijke personen en rechtspersonen en personenvennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, die zich in Nederland conform de wettelijke bepalingen bedrijfsmatig bezighouden met het verzorgen van onderwijs, training en/of opleiding, lesmateriaal leveren en/of het aanbieden van (deel)examens en/of een EVC-traject en/of een andere vorm van beoordeling aanbieden.

d. Werknemer: Iedere persoon die een dienstverband heeft bij een lid van NRTO.

e. Zzp-er: Iemand die als freelancer of anderszins opdrachten uitvoert voor het lid.

f. Opdrachtgever: De natuurlijke of rechtspersoon in wiens opdracht de diensten worden geleverd. Dit kan zowel een zakelijke als particuliere opdrachtgever zijn.

g. Klant: De natuurlijke persoon aan wie de dienstverlening wordt geleverd.

Artikel 2 uitgangspunten

1. Leden zullen zich ten opzichte van hun werknemers, klanten en samenwerkingspartners aan de in Nederland geldende wet- en regelgeving houden.

2. Het gedrag van leden moet in al het doen en laten, binnen de kaders van de doelstelling van de vereniging, de toets der kritiek in het openbaar kunnen doorstaan

3. Leden gedragen zich verantwoordelijk en integer naar de opdrachtgever en klant. 4. Leden onthouden zich van alles wat het aanzien van de NRTO en zijn leden kan schaden.

5. Belangen van opdrachtgevers en klanten worden gerespecteerd.

6. Leden zullen de waarden van vrij ondernemerschap en eerlijke concurrentie in acht nemen en zich zo ten opzichte van elkaar gedragen

7. Het handelen van werknemers van het lid of van een derde die een opdracht uitvoert namens het lid wordt ook gezien als gedrag van het lid

8. Leden nemen bij de uitoefening van hun bedrijf de in deel 2 genoemde beginselen van behoorlijk bestuur in acht ten aanzien van a. De wijze van bedrijfsvoering b. Opdrachtgevers, klanten en samenwerkingspartners c. Collega’s in de branche

9. Bij twijfel over de uitleg van deze code heeft het bestuur of een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van het bestuur een beslissende stem

Deel 2: Vijf beginselen goed bestuur Van het NRTO-lid wordt verwacht dat hij zich houdt aan de vijf beginselen van goed bestuur:

Artikel 1 Zorgvuldigheidsbeginsel

Leden van de NRTO werken zorgvuldig, met voor de leeractiviteit gekwalificeerd personeel. Iedereen die voor het lid werkt beschikt over de specifieke vakkennis die nodig is om de werkzaamheden overeenkomstig deze code uit te voeren en aan de NRTO kwaliteitseisen, zoals geformuleerd in het NRTO keurmerk te voldoen.

Leden verplichten zich de eigen kennis, ervaring en werkcapaciteit zo goed mogelijk voor de opdrachtgever en klant in te zetten.

Leden van de NRTO vermijden, dat in de relatie met de opdrachtgever andere belangen dan die van de opdrachtuitvoering zelf een rol zullen spelen, teneinde zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de opdrachtgever te kunnen waarborgen.

Leden geven aan de opdrachtgever geen oordelen over medewerkers van de opdrachtgever vanuit het opleidings- en/of examineringstraject, tenzij het opleidings- en/of examineringstraject (mede) ten doel heeft te komen tot een oordeel over de deelnemers aan dat opleidings- en/of examineringstraject. De deelnemers moeten in dat geval van tevoren expliciet in kennis gesteld zijn van de bedoeling(en) van het betreffende opleidings- en/of examineringstraject en van de normen waarop genoemd oordeel tot stand komt.

Leden zullen nooit direct of indirect, op enigerlei wijze financiële verbindingen hebben of financiële bijdragen geven aan personen, organisaties, bedrijven of daarmee gelieerde (rechts)personen die direct of indirect invloed hebben op het gunnen van een opdracht.

Artikel 2. Rechtszekerheidsbeginsel

Leden beschikken over een klachtenprocedure

Zoals in de Algemene voorwaarden van de NRTO vastgelegd is er na afwikkeling van de klachtenprocedure te allen tijde voor een particuliere klant een beroepsmogelijkheid bij De Geschillencommissie of rechtbank (particuliere klanten) of bij de Commissie van Kwaliteitshandhaving (zakelijke klanten).

Artikel 3 Redelijkheidsbeginsel

De leeractiviteit moet redelijker wijze in verhouding staan tot de gevraagde respectievelijk beschreven inspanningen en kosten.

Artikel 4 Betrouwbaarheidsbeginsel

Klanten en opdrachtgevers moeten erop kunnen vertrouwen dat de met een lid gemaakte afspraken worden nagekomen.

Artikel 5 Kenbaarheidsbeginsel

Leden maken middels een overeenkomst of bevestiging duidelijk wat van het lid in de specifieke opdrachtsituatie verwacht mag worden.

Leden maken de tarieven/kosten aan een opdrachtgever en klant op een duidelijke en transparante manier voor de opdracht kenbaar. Leden zijn transparant over bijkomende kosten.

Vooraf maakt een lid kenbaar dan wel openbaar welke algemene voorwaarden van toepassing zijn. Indien een lid geen eigen algemene voorwaarden heeft zijn de NRTO algemene voorwaarden van toepassing.

Indien activiteiten van strategisch karakter, waarvan vermoed kan worden dat dit op strategisch niveau een belangenconflict oplevert, worden verricht voor een concurrent van de (potentiële) opdrachtgever meldt het lid dit aan deze (potentiële) opdrachtgever.

Deel 3 Communicatie

Het NRTO-lid respecteert de reclamecode. Reclame geeft een waarheidsgetrouw beeld en onthoudt zich van enige suggestie van niet te verwezenlijken resultaten.

Het NRTO-lid doet geen reclame-uitingen over het stellen van niet-erkende ‘graden’.

Wanneer er sprake is van open inschrijving, meldt

het NRTO-lid voor zover van toepassing in studiegids of –informatie respectievelijk de website tenminste de genoemde informatie in de checklist van het NRTO-keurmerk

Het NRTO-lid is in de informatievoorziening over iedere leeractiviteit duidelijk wat de deelnemer leert.

De informatie die wordt verschaft via promotiemateriaal, studiegidsen en op de website moet juist en informatief zijn. Dit betekent ook dat men, indien van toepassing, de status van de diploma’s, certificaten en getuigschriften, alsook het corresponderende examentraject nauwgezet weergeeft.

Overheidserkend onderwijs

Wanneer het gaat om erkend Hoger Onderwijs, erkend mbo en erkend VO dan wordt van het NRTO-lid verwacht worden dat de instelling zich houdt aan de eisen die in de betreffende wet zijn opgenomen.

Het moet geheel duidelijk zijn of een HO-opleiding, mbo-opleiding of VO opleiding overheidserkend is, alleen dan mag de term hbo-opleiding of mbo-opleiding of VO worden gebruikt.

Specifiek voor het HO geldt ten aanzien van voorlichting over graadverlening artikel 7.15 van de WHW en de daaruit voortvloeiende afspraken met de inspectie.

Als er geen aanvraag is ingediend of als de aanvraag nog loopt, mag niet gesuggereerd worden dat er sprake is van een hbo-opleiding of mbo-opleiding .

Een lid verstrekt zodanige informatie aan studenten en aspirant-studenten over: o a.de instelling, o b. het te volgen onderwijs in algemene zin, o c.de differentiatie in het opleidingenaanbod, o d.de selectie van studenten, o e.de opleidingsnamen, en o f.de graden die aan de opleidingen zijn verbonden, dat deze studenten en aspirant-studenten in staat zijn de opleidingsmogelijkheden te vergelijken, zich een goed oordeel te vormen over de inhoud en de inrichting van het gevolgde of te volgen onderwijs en de examens en zich goed voor te bereiden op de gestelde eisen.

Opleidingsnamen van HO en mbo-opleidingen die in voorlichtingsmateriaal worden gebruikt zijn in overeenstemming met de bijbehorende CROHO-of CREBO-registratie

Deel 4 Verantwoordelijkheden ten opzichte van andere NRTO-leden

Het NRTO-lid gedraagt zich verantwoordelijk naar andere NRTO-leden. Dit betekent in ieder geval:

Het lid maakt bij samenwerking in een opdracht schriftelijke afspraken met collega- NRTOondernemers over elkaars bijdragen en verantwoordelijkheden.

Indien een lid redelijkerwijs mag verwachten, dat een opdracht van een opdrachtgever, bij wie al een lid werkzaam is, zal leiden tot een conflict dan zal deze zowel de opdrachtgever als de andere ondernemer van deze verwachtingen in kennis stellen.

Een lid gebruikt en kopieert geen producten van collega-NRTO-ondernemers, tenzij schriftelijke voorafgaande toestemming hiervoor is gegeven. Deze verplichting geldt voor zowel het personeel als zzp-ers die op freelance basis werkzaam zijn voor het lid. Eén en ander zal geschieden conform de toepasselijke auteursrechtelijke wettelijke bepalingen.

Het lid zal in zijn wervingsactiviteiten voor nieuwe opdrachten geen activiteiten ondernemen met als doel een andere ondernemer dezelfde opdracht te onthouden op basis van negatieve kwalificaties van de andere ondernemer.

Het lid onthoudt zich van een beoordeling van het werk van een andere NRTO-ondernemer voor dezelfde opdrachtgever, tenzij na onderling overleg toestemming hiervoor is gegeven.

De leiding van een lid is ervoor verantwoordelijk, dat zijn/haar medewerkers of de onder zijn verantwoordelijkheid op het gebied van de opleidingen werkzame personen deze gedragsregels in acht nemen

Leden nemen niet het initiatief tot een aanbod om een persoon, in dienst van een opdrachtgever, bij hem of bij een ander in dienst te treden, anders dan na vooroverleg met opdrachtgever. Het lid laat daarbij het belang van de opdrachtgever prevaleren.

Deel 5 Naleving

1. De gedragscode wordt aan nieuwe leden ter ondertekening aangeboden.

2. Bij niet-naleving kan een lid voor zijn handelingen ter verantwoording worden geroepen bij de commissie van kwaliteitshandhaving. De commissie is bevoegd tot het opleggen van de volgende sancties: a. Het geven van een waarschuwing aan het betrokken lid; b. Het geven van een advies aan het bestuur van de NRTO om het lid te royeren.

3. In geval deze gedragscode niet voorziet in situaties die wel als relevant voor de NRTO, zijn leden en/of de branche worden gezien zal dit, op advies van de commissie van kwaliteitshandhaving van de NRTO besproken worden door het bestuur.

4. Indien er sprake is van een bindende door de overheid voorgeschreven regel prevaleren de betreffende bepalingen boven die van deze gedragscode. Het NRTO bestuur kan deze gedragscode wijzigen. Het bestuur zal de commissie van kwaliteitshandhaving om advies vragen alvorens de gedragscode te wijzigen. Het besluit over wijziging wordt voorgelegd aan de ALV.